Er zijn van die dagen in het jaar waar je totaal geen
raad mee weet. Enkele voorbeelden zijn Tweede kerstdag en in dit specifieke geval
Paasmaandag. Gelukkig ben ik op deze dag niet de enige die niet weet wat hij
moet doen op deze dag. Deze mensen kiezen ervoor om, vrijwillig, naar een
woonboulevard te gaan. Zij kiezen ervoor om niet op een snelweg in de file te
staan maar om bij de IKEA in de rij aan te sluiten.
Persoonlijk heb ik deze maandag omgedoopt tot een niets
doen dag. Vind ik heerlijk. Gewoon wat dwalen in mijn eigen gedachten. En op
internet een hoop artikelen lezen. Van Sjaak Rijke, de Nederlander die
vanochtend door Franse soldaten werd bevrijd in het altijd gezellige Mali, tot
een recensie van de film Foute Vrienden.
Deze moet echt van een bedroevend niveau zijn. Maar goed daar ga ik niet over.
Op deze maandag heb ik, zoals gewoonlijk, Twitter de
gehele tijd open staan. Ik volg veel mensen die allemaal wel wat zinnigs te
melden hebben en continu artikelen tippen. Zo lees ik veel berichten die je
anders niet vaak voorbij ziet komen. Plots was daar een Tweet van Josien
Wolthuizen. Een redacteur bij de online versie van Het Parool. Er was een artikel dat mijn
aandacht trok.
Gisteren werd in Utrecht een wedstrijd gespeeld tussen de
lokale FC en Ajax. Al weken werd er vanuit de stad van de Domtoren geschreeuwd
dat dit de wedstrijd van het seizoen zou worden. En daar hadden ze een punt als
je de voorgaande edities tussen beide teams qua scoreverloop bekeek. Het zou
wat worden.
De wedstrijd viel echter gruwelijk tegen. Het was nog erger
dan een warm glas bier waarbij het schuim al na twee seconden is vertrokken. Het
was niets. Ajax speelde voor de verandering weer erg attractief. Tikkie breed.
En Utrecht wist zelfs die ene seconde met twaalf spelers nog geen indruk te
maken. Iedereen die deze wedstrijd heeft gezien, ook ik, heeft negentig minuten
van zijn weekend letterlijk weggegooid.
Vanaf mijn bank, de plek waar ik meestal de Eredivisie
nauwgezet volg, zag ik deze bak ellende aan. Ook op de tribunes leek het een
makke sfeer. Het werd niet giftig. Toch bleek dat op deze tweede paasdag wel
iets anders te liggen. De Bunnikside, de fanatiekere aanhang van de FC, had een
nieuwe tekst bedacht voor de gasten. Deze klonk als volgt:
Mijn vader zat bij
de commando’s,
Mijn moeder zat bij
de SS,
Samen verbranden
zij Joden,
Want Joden die
branden het best
Toen ik deze tekst las maar vooral hoorde werd ik best
kwaad. Een vijandige voetbalsfeer mag er best zijn. Er mag af en toe best wel
wat gescholden worden maar zolang dat niet structureel is vind ik alles best.
Maar er zijn een aantal dingen die je niet moet doen. Een van die dingen is een
van de meest verschrikkelijke periodes van de moderne geschiedenis erbij halen
en daar dan onsmakelijke liedjes over zingen. Ook al zijn deze gericht aan het
andere team.
Denk toch eens na. Wanneer besluit je dat het een
uitstekend idee is om de Holocaust (kunnen heftige dingen te zien zijn) te gebruiken voor een liedje jegens een
andere club? Ik wil hier zeker niet de moraalridder uithangen. Maar ik ben wel
helemaal klaar met supporters die het nodig vinden om mensen te kwetsen. Of het
nu Chelsea supporters zijn in de metro van Parijs of deze, in de ogen van
sommigen, helden. Kap eens met die onzin.
Laatst zag ik gelukkig een filmpje voorbij komen waarbij
ik enorm hard om moest lachen. Het filmpje dateerde uit een periode dat
Volendam nog op het hoogste niveau actief was. NAC kwam op bezoek. Zij scoorden
en wat er toen gebeurde vond ik enorm tof. In plaats van met ziektes schelden
werd dit doelpunt gevierd met een polonaise. Deze werd begeleidt door de
uitstekende tekst: “Hij zit erin!”
Zo kan het dus ook...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten