Pagina's

14 dec 2013

Ooit wordt het beter... toch?

Afgelopen week zijn we als voetballand Nederland, weer even met beide benen terug op de grond gezet. Waar Ajax het niet voor elkaar wist te krijgen om AC Milan op de knieën te krijgen, kon PSV het zeer gerenommeerde Chornomorets Odessa niet met een nederlaag terug sturen naar Oekraïne. Maar ik wil het in deze blog niet hebben over het feit dat we steeds verder achterop geraken als het over Europees voetbal gaat. Ik wil het hebben over PSV.

Het is niet best wat daar allemaal gebeurd in Eindhoven. Na het laatste hoogtepunt voor hen in dit jubileum jaar, de klinkende overwinning in eigen huis tegen Ajax, is het niet veel beter geworden. Er wordt al een lange tijd niet meer gewonnen van ploegen in Nederland. En dus begint de paniek een beetje toe te slaan. Want een topclub is het niet gewend om in dit soort situaties terecht te komen.

Maar wanneer een club in paniek raakt, gaat men ook vaak gekke dingen doen. PSV sprak tijdens de aanstelling van Cocu als trainer van de club uit dat men koos voor de jeugd. Na het voorbije seizoen, waarin de club van incident naar incident sprong, koos men voor deze optie. De jeugd zou de kans krijgen om zich te laten zien. En dat leek ook erg goed uit te pakken. Na een formidabel begin in onder meer de voorronde Champions League, leek de club er weer bovenop te zijn.  

Nu de winterstop nadert kan je voorzichtig stellen dat er van dat goede begin helemaal niets meer over is. De jonge spelers zijn uit vorm en ook ontbreekt het aan vertrouwen. Ondertussen begint de algemeen directeur een aantal vreemde uitspraken te doen zoals dat het niet nodig is om Europees voetbal te behalen. Een erg onhandige uitspraak en zeker in de situatie waarin de club zich momenteel begeeft.

En nu begint de roep om nieuwe spelers steeds luider te worden vanuit het Eindhovense leven. Men vindt dat met deze groep er niet meer in zal zitten en dat er daarom enkele aankopen gedaan moeten worden. Er moet ervaring gekocht worden want dat is volgens vele fans hetgeen wat nodig is voor dit PSV. Maar ik betwijfel of dat de juiste manier is om er weer bovenop te komen.

PSV heeft namelijk afgelopen zomer de keuze gemaakt om te gaan voor de jeugd en daarmee ook voor de lange termijn. Wanneer je nu een aantal ervaren spelers erbij wilt halen, ik vraag me overigens af of die momenteel wel voor dit PSV willen spelen, ga je het principe van de jeugd heeft de toekomst overboord gooien. Je gaat dan voor de korte termijn en dat kun je in mijn ogen beter niet doen momenteel.

Het seizoen van PSV is namelijk al voor een groot deel over. Geen beker, geen Europa en een flinke achterstand op de top in Nederland. Het is misschien te vroeg om nu al te spreken van een verloren seizoen, maar deze dingen zorgen ervoor dat je dat wel gaat denken. Maar wat zou dan wel verstandig zijn om te doen voor dit PSV?

Ga door die zure appel heen. Feyenoord heeft dit ook gemoeten. Zij hadden destijds ook grote financiële problemen, maar zij zijn altijd door gegaan. Er is daar nooit iemand geweest die het vertrouwen echt in de club verloren heeft. En eens wordt het beter. Maar om dit seizoen nog diverse spelers aan te kopen, terwijl het seizoen haast niet meer te redden valt, lijkt mij dan ook geen verstandige zet. Het zijn snelle lijmpogingen om de club voor dit seizoen te redden.

De club doet er nu verstandig aan om de organisatie zo neer te zetten zoals zij het voor ogen heeft. Men kan nu de jeugdopleiding gaan veranderen in de richting die men wil. En wat misschien wel het belangrijkste van alles is, is de band met de fans intensiever maken. Want iedereen kan zich je het afgelopen seizoen wel herinneren. Dat liep toen niet helemaal lekker.

Al heb ik mijn bedenkingen rondom het bericht dat de spelers het kaartje voor de uitsupporters van PSV voor de wedstrijd tegen Utrecht betalen, ik denk dat dit iets teveel vanuit de club is gekomen en niet zozeer vanuit de spelers, zie je in ieder geval wel dat de band tussen beide wel met de week beter wordt. Ook al is het resultaat ronduit dramatisch.


Maar om terug te komen op het beleid wat PSV nu vaart, ze moeten proberen de rust te bewaren. Je moet een sfeer creëren dat het in eerste instantie om het plezier gaat en dat voetballen leuk is. En doe geen gekke dingen meer. Ga niet meer je ploeg halsoverkop om gooien. Laat de algemeen directeur geen onnodige uitspraken doen. En misschien nog wel het belangrijkste, houdt je vast en het gekozen beleid. En bedenk ook, ooit komt het goed.  

7 dec 2013

‘Wij hebben geen eigen belang. Alleen het belang van de club telt’

De laatste jaren zijn er steeds meer voetbalclubs in handen gevallen van rijke miljonairs. Van hele grote ploegen als Chelsea tot op een wat lager niveau zoals Vitesse. Ze hebben allemaal eigenaren gekregen die enorm veel geld in de club steken. Maar lang niet iedereen vindt dit een goede ontwikkeling. Zo ook John van Zweden, een van de aandeelhouders van Swansea City maar bovenal ook een voetballiefhebber. Ik sprak met hem over dit onderwerp.  ‘’Het is een beetje een zieke wereld.’’

John van Zweden begrijpt niet goed waarom mensen geïnteresseerd zijn in de grote ploegen als Barcelona en Real Madrid. ‘’ Kijk naar wat Real heeft gedaan met het aantrekken van Bale voor 100 miljoen als linksbuiten terwijl ze de beste linksbuiten van de wereld hebben. Daarnaast hebben ze een schuld van rond de 600 miljoen. Hoe is dat mogelijk! Ik snap dan ook niet dat mensen graag naar clubs als Real en Barcelona kijken. Allebei mega schulden en de toeschouwers moeten elk jaar meer betalen. Belachelijk.’’

Van Zweden vindt het knapper zoals Bayern München zijn zaken heeft geregeld. ‘’Ik heb meer respect voor Bayern. Geen schuld en alles betalen met eigen geld’’, vervolgt van Zweden. Over Swansea is hij heel duidelijk. ‘’Ik ben er trots op dat wij een gezonde club zijn die niet van die rare dingen doen. Wij geven niet meer uit dan we hebben. Daarnaast zijn onze toegangskaartjes de laagste van de hele Premier League. Bij Swansea geven we niet meer uit dan er binnenkomt. Simpeler kan niet!
Zo doe je in het dagelijks leven het ook, en zo hoort het ook. En dan kunnen we met een kleine  begroting toch ook nog winst maken.’’
John van Zweden met een van de successen van Swansea
© John van Zweden

Bij de buren van Swansea, Cardiff City, is het tegenovergestelde het geval. Een aantal jaren geleden kwam daar een eigenaar die besloot enkele dingen binnen de clubcultuur te veranderen. De clubkleuren werden aangepast en niet gek veel later was het logo aan de beurt. De club kwam steeds verder weg van de eigen aanhang te staan en kreeg er ook nog een lening bij met een enorme rente. Van Zweden: ‘’Supporters werden gek. Maar ze kunnen er ook niets tegen doen. Wij zijn de enigste club die in handen is van supporters en dat voelt goed. Onze fans lopen met ons weg. We beantwoorden hun vragen via de social media (Twitter en Facebook ) en houden zo onze club normaal. ‘’  

De UEFA wil de komende jaren gaan proberen om de financiële verschillen tussen de diverse clubs te verkleinen. Daarvoor is het Financial Fair Play bedacht. John van Zweden is tevreden over het initiatief, maar heeft ook zijn twijfels. ‘’Als Michel Platini doet wat hij nu zegt, geloof ik daarin. Maar ook bij de UEFA en de FIFA draait het om geld. Geld maakt de wereld ziek en dus ook het voetbal. Ik twijfel daarom steeds meer aan Platini. Ik heb altijd gezegd, het is te hopen dat die Blatter snel aftreedt. Maar dat doet hij pas als hij dood is, denk ik. Tot die tijd is alles toegestaan, en kunnen clubs alles doen.’’

Swansea hoeft echter niet te vrezen voor de gevolgen van het Financial Fair Play systeem. De club maakt winst. En wat misschien nog wel belangrijker is, is de goede band die de club met de eigen achterban heeft. ‘’We zijn een grote familie. We onderhouden contact met onze fans via sociale media en zullen ook nooit de clubkleuren of het logo aanpassen. Wij zijn trots op onze club en weten ook waar we vandaan zijn gekomen. Dat is iets wat wij nooit zullen vergeten. Elf jaar geleden bestond Swansea bijna niet eens meer.’’

Voor toekomstige voetbalbestuurders heeft John van Zweden ook nog een belangrijk advies. ‘’Als je een bestuurslid bent, moet je normaal doen. En een club moet je besturen zoals je je eigen bedrijf of je eigen gezin ook draaiend houdt. En ook moet je niet groter doen dan je bent. Je ziet geen van onze bestuursleden in extreem dikke auto’s rijden. Wij hebben geen eigen belang. Alleen het belang van de club telt!’’

Een uitgelaten John van Zweden
© John van Zweden
Maar ook Van Zweden beseft zich dat het eens klaar is met dit jongensboek. ‘’Ooit zal er een dag komen dat er iemand komt om de club over te nemen. Dat is op dit moment niet het geval. Maar als iemand de club overneemt moet dat iemand zijn die het beste voor heeft met de club. Maar ik zal me daar nooit mee bemoeien. Dat zal onze voorzitter verder af moeten handelen.’’


‘’Ik heb het mooiste leven wat er is. Verkoop vier dagen van de week mijn rollenbehang, en zit drie dagen van de week bij Swansea. Mooi toch! En dan doe ik ook nog regelmatig lezingen geven aan bedrijven of voetbalclubs. Vertel daar mijn mooie Swansea avontuur. Ik zou met niemand willen ruilen!’’

7 nov 2013

Supporter zijn is niet zo makkelijk

Stelt u zich eens voor. Je bent een supporter van een voetbalclub. En deze week is het eindelijk weer eens een lekker potje Europees voetbal. Maar we moeten daar wel een stukje voor reizen namelijk naar Italië. Dat vinden we geen probleem want dat is nog best gezellig om met vrienden onderling op stap te gaan.

Eenmaal aangekomen daar is het best gezellig met elkaar. Je drinkt wat biertjes met je vrienden, er worden weer wat schunnige moppen verteld en als iedereen een beetje aangeschoten wordt, worden er ook de eerste liederen ingezet die men altijd zingt bij jou club. Het is beregezellig. Tot op een bepaald moment. Dan komt er ineens een groep van ongeveer twintig capuchons op je afgelopen. Ze zijn niet gekomen om mee te feesten maar om een ouderwets potje elkaar de hersenen in te slaan.

Maar ze hebben het deze keer op jou en je vrienden gemunt. Want jullie zijn van die club waar onze club vanavond tegen speelt. En dat vinden zij een goede reden om je een paar klappen te verkopen. Je hebt dan zelf twee opties; of heel hard weg rennen of terug slaan. Die keuze laat ik aan u, maar duidelijk mag zijn dat zo een gemiddeld opstootje geboren wordt.

Een dag later is in diverse media te lezen dat er door supporters van een bepaalde club in het buitenland gevochten is. We spreken met zijn allen onze afkeuring uit over deze types, want nee het kan echt niet deze keer. Maar daar word ik een beetje moe van de laatste tijd. Fans worden allemaal over een kam geschoren en het is dan ook niet gek dat je als voetbalsupporter in het algemeen wordt neergezet als de grootste debiel die er rond loopt op aarde.

Maar ik wil hier een lans breken voor de voetbalsupporter. Ik heb het niet over degene die bewust uit zijn op het vechten, maar wel over de fans die hun club door weer en wind steunen. Zij die iedere week een godsvermogen betalen om naar een wedstrijd van hun favoriete club te kunnen gaan. Zij die hun club helemaal achterna reizen naar Kazachstan omdat er toevallig daar ook nog gevoetbald wordt door hun team.

Maar de laatste jaren worden supporters steeds vaker weggezet door diverse media als tuig en mensen met een tekort aan hersencellen. En natuurlijk heb je de rotte appels ook in het voetbal ertussen zitten. Die zitten overal tussen. Maar als ik u vertel dat er bij het voetbal in de Eredivisie 10% minder incidenten zijn geweest dan het jaar ervoor. En dan te bedenken dat het eigenlijk ieder jaar minder wordt.

Maar waar ik mij dan bijvoorbeeld aan stoor is het volgende: iedere thuiswedstrijd van Ajax of Feyenoord zijn er zo’n 50.000 mensen op de been. Er worden natuurlijk wel wat mensen opgepakt maar dat aantal is bij lange na niet zo hoog dan wat er aan aanhoudingen werd verricht bij een festival als Lowlands. Hier werden ook een slordige 111 mensen aangehouden en ook daar waren 50.000 mensen aanwezig! En daar zeggen we dan, als een volkje dat overal een mening over heeft, niets over.

Soms hoop ik gewoon dat, zeker bij Europese wedstrijden, er geen incidenten plaats vinden waar zogenaamde supporters van bepaalde ploegen weer bij betrokken zijn. Dat er gewoon eens over de wedstrijd gepraat wordt of over de steun van de supporters.

En ik heb een advies aan alle moraalridders van Nederland. Ga eens mee met een Europese uitwedstrijd van een club. Het is voor het overgrote deel echt geen vechttripje. Het is een feest. Het is gezellig. Het is precies zoals voetbal door supporters wordt ervaren. En dan heb ik het niet over volwassen mannen in oranje leeuwen pak.   

Want zonder supporters heb je geen voetbal!


31 okt 2013

Er is geen crisis in het voetbal... Het is gewoon niet anders

Iedere week doe ik het met vele andere supporters in Nederland mezelf weer pijn. Ik ga er toch weer eens goed voor zitten want ja mijn favoriete club moet weer een wedstrijd spelen. En ach die zullen we wel winnen, dat denk ik dan. Maar in de praktijk valt deze gedachte vies tegen. Om het te vergelijken. Je gaat kijken voor een Ferrari maar komt uiteindelijk thuis met een Renault Twingo. Daar komt het vaak wel op neer.

Laat ik allereerst beginnen dat ik Renault Twingo helemaal geen verkeerd wagentje vind. Maar het staat in mijn ogen wel symbool voor waar ik de afgelopen weken in het Nederlandse voetbal naar heb gekeken. Elke keer die hoge verwachtingen maar er wordt er geen een ingelost. Helemaal geen. En daar baal ik van.

Ik heb het beste voor met het Nederlandse voetbal. En met mij heel veel Nederlanders.  We willen graag elftallen goed zien spelen, geweldige acties zien en daarnaast ook genieten van briljante talenten. Maar de laatste weken is het niet te vinden in Nederland. Geen goed spelende ploegen, geen bijzondere acties en al helemaal geen grote talenten meer.

Dat laatste wil ik graag toelichten. Tien jaar terug waren de talenten niet aan te slepen. Zo had je bij Ajax Sneijder en Van der Vaart, Van Persie bij Feyenoord en zo kan ik nog wel even door gaan. Maar tegenwoordig zie ik geen echte talenten meer. Als een jongetje van 16 jaar een wedstrijd goed speelt is het gelijk al het grootste talent wat in alle jaren op de Nederlandse velden te bewonderen is geweest. Maar vijf wedstrijden verder zie en hoor je helemaal niets meer van zo’n voetballer.

In mijn ogen zijn gewoon te snel tevreden in Nederland. Als een Bakkali een keer mee doet en hij schiet er twee in, dan vinden we dat leuk. Maar als hij vervolgens twee maanden niets meer heeft laten zien dan is er niemand die zo’n jongen durft aan te pakken. Want ja, het is nog een jonge speler. Maar moet je wel zo snel tevreden zijn? In de periode dat we nog wat voorstelden in Europa en niet verloren van een stel Schotse hooglanders of bouwvakkers uit Luxemburg, waren we nooit tevreden. Een talent moest er vanaf het begin staan. Kon je dat niet, dan kon je het niveau niet aan.

Maar ik hoor u al denken, wat zeurt hij nou weer. De competitie is toch spannender dan tien jaar terug!? Dat kan maar dan wil ik u even op een aantal dingen wijzen. Voor supporters is het verschrikkelijk om jaarlijks een paar honderd Euro te betalen voor wat wedstrijdjes. Maar dat doen zij omdat ze van een club houden en niet omdat hun club thuis gelijk speelt tegen RKC of verliest van Roda. Het spel is al jaren niet meer om aan te zien. Dus daarvoor hoef je ook al niet meer te kijken. Die spanning zou dan nog veel moeten vergoeden. Maar nee sorry, bij dat argument haak ik af. Ik verkies goed voetbal boven spanning in een competitie.

En dan krijg je vandaag die berichten in de media van crisis bij PSV omdat ze twee keer verliezen van Roda. Of crisis bij Ajax omdat ze al een paar wedstrijden achter elkaar al niet meer hebben gewonnen..Het Nederlandse voetbal stelt, op clubniveau, al jaren niets meer voor. Dat kan je geen crisis noemen, wat in mijn ogen een korte periode is. Dat noem je naar mijn mening een chronische ziekte. Een ziekte die vele voetbalharten pijn doet. Maar beste lezer geloof mij, het is gewoon niet anders.



15 okt 2013

Grande Inter

Er zijn altijd voetbalploegen voor wie je een zwak hebt als voetballiefhebber. Vaak is dat een underdog tijdens een wedstrijd. Maar velen hebben ook een tweede liefde naast hun eigen favoriete club. Voor de een is dat een hele kleine club uit Engeland voor de ander weer het Argentijnse Boca Juniors. Maar voor mij is dat Inter Milan.

En de reden dat ik deze blog vandaag (15 oktober 2013) schrijf heeft te maken met het bericht dat vandaag naar buiten kwam. Inter is door Massimo Moratti verkocht aan de Indonesiër Erick Thohir. De beste man heeft een meerderheid van 70% gekocht in de club. Maar ik ben ergens bang voor. Bang dat Inter zijn ziel heeft weg gegeven!

Het zal namelijk niet de eerste club zijn die na een overname zich volledig zal overgeven aan het grote geld. Bij Chelsea gebeurde het al, net als bij Manchester City. Vooral laatstgenoemde zag zijn volledige club cultuur aan gort geholpen worden. En wat was daar de reden van? Het geld. Dat waarmee je spelers kan kopen.

Ik ben bang dat Inter ook die kant op zal gaan. Van een traditionele club met een prachtig zwart/blauw shirt waar grote voetballers in speelde naar een ordinair koopclubje. En ik weet ook wel dat het met Inter niet veel meer was de laatste jaren. Na het laatste hoogtepunt in 2010 onder aanvoering van Wesley Sneijder ging het snel bergaf met Nerazzurri .

Maar toch is het zonde. Er waren nog eens tijden in de jaren ’60 dat Inter de beste van Europa was. In eigen land werd het een aantal keren kampioen en ook in Europa werd er gewonnen van grootmachten als Real Madrid en Benfica. En dat met een revolutionair spelsysteem voor die tijd. Met vijf verdedigers achterin werd alles dichtgetimmerd. Het begrip catenaccio werd hier geboren. Net als de bijnaam voor deze grootse periode in de geschiedenis van de club: Grande Inter!

Nederland heeft ook een hele bijzondere band met Inter Milan. Zo was Faas Wilkes in 1949 de eerste Nederlander die een transfer maakte naar een grote club in het buitenland. Maar ook was het de club waar enkele Nederlanders het niet redde. Denk aan Bergkamp en nog recenter Andy van der Meyde.

Inter blijft ook altijd een beetje een mystieke club in mijn ogen. Je kan er niet altijd een goed beeld van krijgen. Ene jaar spelen er de grootste en bekendste spelers. Jaar erna staat er weer een hoop jeugd in. Wat dat is hoef ik ook niet te weten. Dat maakt deze club juist zo mooi.

Ik hoop dat de Indonesische vriend Inter nog steeds een prachtige club laat zijn. Een club die aan alles mooi is. Prachtig shirt, mooie geschiedenis en een club met een toekomst. Grande Inter!




24 sep 2013

Voetbal een feestje? Dacht het niet!

Het was voor de meeste Ajacieden geen gemakkelijk weekend. Er werd met 4-0 verloren bij PSV, iets wat hard aan kwam. Zeker gezien het spelbeeld van de eerste helft. Maar ik wil het niet hebben over de wedstrijd en of het wel of niet verdiend was, want dat spreekt voor zich. Waar ik het wel over wil hebben is de burgervader van de gemeente Eindhoven, dhr. Rob van Gijzel.

Vorige week kwam in het nieuws dat er geen Ajax supporters aanwezig mochten zijn bij de wedstrijd in Eindhoven tegen PSV. Er werd gewerkt aan de tunnel in Best en dat zorgde ervoor dat er geen treincombi mogelijk was. Omreizen met de trein was ook niet mogelijk vanwege allerlei technische of logistieke redenen.

Dus toen werd de hoop van menig Ajax supporter gevestigd op een mogelijke bus combi. Maar ook die kwam er niet. De burgemeester en zelfs de rechter besloot dat dit niet kon. Dit omdat er tijdens de laatste PSV-Ajax in april, confrontaties waren geweest tussen PSV aanhangers en de ME. De schuld van de Ajax supporters kon je het dus niet noemen.

Maar wat wellicht nog wat vreemder was, was dat er een paar dagen eerder in Eindhoven wel tegen de lokale FC gespeeld kon worden waar de uit supporters wel welkom waren met de bus. Een vreemde situatie, zeker omdat het twee dagen later ineens niet meer mogelijk was. Maar dat was het toppunt nog niet van dit weekend.

Dat kwam zaterdagavond. Nadat vrijdag er ineens geruchten opdoken over mogelijke demonstraties van Ajax supporters in Eindhoven, besloot de gemeente Eindhoven samen met de politie controles te houden op de toegangswegen naar Eindhoven. Er stond erg veel ME bij onder meer Schijndel en Boxtel. Uiteindelijk bleek het loos alarm te zijn.

Er werd buitensporig veel politie ingezet. Zoveel dat je je af moet vragen of het niet goedkoper was geweest om Ajax supporters toe te laten in Eindhoven. Maar daar hoor je nu niemand over, nu PSV gewonnen heeft. En dat stoort mij een beetje. Er is bijna niemand die Van Gijzel deze spiegel durft voor te houden.

De reden dat ik deze blog schrijf is heel simpel. Voetbal zou een feestje moeten zijn. Maar zolang er burgemeesters rond lopen zoals dhr. Van Gijzel die te bang zijn om een aantal uit supporters toe te laten, zal het voetbal nooit een feestje worden!



11 sep 2013

Storm in een glas water

Ik weet niet meer wat voor weer het hier in Nederland was op 18 oktober 2011. Feit is wel dat het een belangrijke dag zou zijn voor de Nederlandse sport. Die dag zouden we, niet u of ik maar de Nederlandse honkballers, geschiedenis schrijven. Nederland werd voor het eerst en direct ook voor het laatst Wereldkampioen honkbal. En dat was best knap met grootmachten als Panama en Cuba. Er ontbraken ook wel grote Amerikaanse spelers maar dat was voor ons, als volk, totaal niet van belang; we waren weer eens ergens de beste in. En niet zomaar de beste. Nee, de beste van de hele wereld, zou Louis van Gaal zeggen.

En het werd me toch gevierd. Een heuse huldiging vond plaats in Haarlem, waar ook coach Bob Farley en aanvoerder Sidney de Jong geridderd werden voor hun prestaties met de nationale trots. Er werd nog wat gejuicht met het publiek op de grote markt aldaar en dat was de huldiging voor deze ploeg. Haarlem was een logische keuze want dat is de Nederlandse basis voor deze sport, denk aan de Haarlemse Honkbalweek.

Maar bij deze huldiging bleef het niet. De ploeg mocht ook nog eens op bezoek bij een aantal voetbalclubs. Zo heb ik op een verloren zaterdagavond bij Ajax nog staan te klappen voor deze mannen. Niet dat ik dat niet wilde, maar een gevoel bekroop me dat dit eigenlijk nergens op sloeg. Waarom dat wist ik toen niet, maar ik denk nu wel te weten waarom ik dat toen dacht.

De reden dat ik toen met frisse tegenzin toch klapte is de volgende; wat horen we nu nog van het honkbal? Kijk op dat moment doe je dat meer uit respect en eerbied omdat het een knappe prestatie is, maar zo terugkijkend hebben zij er helemaal niets aan gehad. Want er zou toch enorm veel veranderen voor deze sport, tenminste dat werd toen geroepen door zogenaamde deskundigen. Maar wat dan? Volgens mij helemaal niets. Nou helemaal niets is wellicht een beetje overdreven, maar het is in ieder geval niet zichtbaar voor de Henk en Ingrids onder ons.

En als we eens heel logisch na gaan denken kunnen we toch eigenlijk ook wel raden waarom we niets meer van hen horen. Nederland is toch helemaal geen honkbal land. Als je kijkt naar de populairste sporten in Nederland dan zie je nergens honkbal bij staan. Ik wil hier mee niet zeggen dat we er niet goed in kunnen zijn, maar het Nederlandse volk zit blijkbaar niet te wachten op honkbal. En zo zijn er wel meer sporten hoor.

Maar goed in 2011 hadden de meesten een grote mond want het zou veranderen. Nu twee jaar verder is er haast niets veranderd en lijkt het leven gewoon weer door te gaan zoals voor 18 oktober 2011 ook al het geval was. Het was niet meer dan een storm in een glas water. Een storm die niet krachtig genoeg was om Nederland onder water te zetten.



29 aug 2013

Als dit was gebeurd, was het heel anders afgelopen...

Als een klein jongetje van een jaar of vier oud zette ik mijn eerste stapjes in de voetbalwereld. Bij de mini’s begon ik toen. Een geweldig looptalent dat was ik niet. Maar verdedigend stond ik mijn mannetje wel en ik had een goede trap in de benen zitten waardoor ik anderen regelmatig kon voorzien van een assist. Maar meer dan een kampioenschap bij Wilhelmina Boys E6, heeft er nooit ingezeten.  

En in dat laatste zit volgens mij voor heel veel voetballers maar ook trainers een belangrijke boodschap. Als ik hen na de wedstrijd voor de camera weer eens hoor zeggen hoe anders de wedstrijd was verlopen als ze die ene kans hadden afgemaakt, dan moet ik altijd lachen en zuchten. Soms ook wel eens tegelijk wat natuurlijk een vreemd gezicht voor anderen moet zijn.

Ik begreep toen ik een jaar of twaalf was dat dit het wel zou zijn voor mij als voetballer. Beetje voetballen bij de amateurs van willekeurige voetbalclub is helemaal niets mis mee, dacht ik zo. En voor de een moet dat moment een iets grotere teleurstelling zijn geweest dan voor de ander. Maar uiteindelijk berust je in het lot. Maar dat stapje hebben sommige trainers en spelers niet mee gekregen.

Zo zag ik gisteren (28 augustus 2013) PSV voetballen in San Siro tegen AC Milaan. Ze verloren redelijk kansloos. Maar goed dat neemt niemand je kwalijk als je met zo’n elftal komt. Na de wedstrijd kwam de heer Cocu, trainer van de Eindhovense ploeg, voor de camera van de NOS. Tom Egbers vroeg aan hem of het een terechte weerspiegeling van de wedstrijd was. Cocu gaf daarop als antwoord dat als die ene bal van Wijnaldum erin was gegaan, de wedstrijd heel anders verlopen zou zijn.

Maar dat is toch niet gebeurd of heeft hij naar een andere wedstrijd gekeken? Paar weken geleden zei Frank de Boer min of meer hetzelfde toen Ajax verloor bij AZ. De rode kaart zou de wedstrijd bepaald hebben. Ja, die kaart was dan wel van invloed maar moet je als Ajax zijnde gewoon niet beter zijn dan je tegenstander? Moeten die trainers niet bij zichzelf te raden gaan waarom ze verloren hebben in plaats van een scenario te schetsen wat nooit heeft plaats gevonden?

Natuurlijk besef ik wel dat bepaalde gebeurtenissen in een wedstrijd van belang zijn, maar je speelt uiteindelijk twee keer 45 minuten. In die tijd moet je het verschil maken. Doe je dat niet, dan heb je gefaald. Zo simpel is het in mijn ogen. Als trainer zijnde moet je analyseren waar het mis ging tijdens de wedstrijd en niet gaan bespreken wat er zou zijn gebeurd als dit of als dat zou hebben plaatsgevonden.

Want mijn carrière had er ook heel anders uitgezien als ik op jonge leeftijd werd gescout door Real Madrid. Ik zou dan op deze leeftijd al financieel binnen zijn en prachtige wedstrijden spelen. Ik zou dan al drie keer kampioen zijn geworden. Ik zou zelfs Ronaldo uit de basis gespeeld hebben. Maar dat is helaas niet. Maar als dit was gebeurd, was het heel anders afgelopen!


24 aug 2013

Vooravond van nieuwe periode in het wielrennen?

Gisteren, vrijdag 23 augustus, was het weer tijd voor de jaarlijkse koers de Dutch Food Valley Classic. Een wedstrijd die vroeger door het leven ging als Veenendaal - Veenendaal. Met winnaars als Tom Boonen maar ook Joop Zoetemelk. Dit jaar was het echter nog lang onzeker of de koers wel doorgang zou vinden. Op het laatste moment trokken zich sponsoren nog terug. Maar samen met burgemeester Kolff van Veenendaal ging de organisatie op zoek naar investeerders. En vorige week kwam dan eindelijk het hoge woord eruit; de wedstrijd zou door gaan. En het werd gelijk ook een bijzondere.

Want niemand minder dan Thijs Zonneveld was aangesteld als technisch directeur van deze koers. Jarenlang had hij regelmatig kritiek op het wielrennen maar ook op deze koers. Zo zou de wedstrijd te voorspelbaar zijn. Er ontsnapte een groepje en die werden dan vlak voor de finish weer bij gehaald om een massasprint te krijgen. Daar wilde Zonneveld verandering in zien. De Dutch Food Valley Classic (wellicht die naam vervangen?) ging met hem de uitdaging aan en gaf hem de volledige vrijheid (zover mogelijk natuurlijk) om zijn ideeën uit te voeren.

Er waren gisteren ook drie, voor het publiek zichtbare, aanpassingen in de koers. Zo mocht iedere ploeg die deelnam maar met maximaal zes renners starten. Dit tot ongenoegen van diverse ploegen. Maar Zonneveld wilde de controle die ploegen vaak hebben tijdens een koers hierdoor weg nemen en er een attractieve wedstrijd van maken. En het moet gezegd worden dat ondanks een massaspurt, hij daar in geslaagd is. Er waren veel aanvallen in de wedstrijd, de koplopers kregen niet veel ruimte van het peloton en er werd daarom ook gruwelijk hard gereden. Zo hard zelfs dat men sneller reed dan het snelste schema wat de organisatie had opgesteld.

De tweede opmerkelijke aanpassing was de route van het parcours. Waar deze vroeger wel eens een beklimming had, zat deze editie er vol mee. Weliswaar geen hele hoge beklimmingen maar toch genoeg om de koers hard te maken. Zo werd er zes keer de Emma Piramide opgereden en werd de finish, die lag tussen Veenendaal en Rhenen, ook vier keer aangedaan. Ook daar ging een klein klimmetje telkens aan vooraf. Dit moest ook de voorspelbaarheid uit de koers halen. Toch zorgde dit experiment er niet voor dat het ook gebeurde. Het werd uiteindelijk toch een massasprint.

En de derde, meest innovatieve verandering, waren de camera’s in de koers op de fietsen van de renners. Dit gebeurde voor het eerst in de wereld tijdens een wedstrijd van de UCI. Tijdens de televisie uitzending op RTL 7 kon het publiek ook voor het eerst de beelden zien. Het zag er nog allemaal wel wat minder uit qua kwaliteit van het beeld maar het is zeker iets wat we in de toekomst vaker zullen zien. En hopelijk ook live want dan is dit echt iets dat iets toevoegt aan de wielersport die momenteel veel klappen moet incasseren.

Maar er waren niet alleen positieve punten aan deze editie. Zo ontbraken de echt grote ploegen, en daarmee ook grote renners, aan deze koers. Slechts vier World Tour ploegen waren present in Veenendaal; Belkin, Argos – Shimano, Vacansoleil en het Italiaanse Cannondale. Eerst zou Lotto – Belisol, met daarbij Greipel, aan de start verschijnen. Deze ploeg liet uiteindelijk toch verstek gaan omdat er maar met zes renners gestart mocht worden en Greipel dat niet wilde met aanstaande zondag de Vattenfall Classic in het vooruitzicht. Daardoor kon het publiek in Veenendaal zich niet vergapen aan deze ras sprinter maar ook andere bekende renners.

En ook gaf het publiek aan dat zij het ergens wel jammer vonden dat de finish uit het centrum werd gehaald. Ze vonden het ergens wel logisch want zo werd de koers spannender en leuker, maar in het centrum daar leeft het toch het meeste was het idee dat enkele toeschouwers hadden.

Ploegwagen van de latere winnaar Viviani
Het is in ieder geval wel te stellen dat het knap is wat Zonneveld en zijn team hebben geprobeerd. Zij hebben in een sport die er niet al te best voor staat dingen geprobeerd om het wielrennen weer tot leven te laten komen bij het publiek. Het ene proefballonnetje net was succesvoller dan de ander maar er zitten zeker dingen bij die de wielersport verder zal helpen. Ze durven in ieder het gezicht boven het maaiveld uit te steken.

En de koers zelf dan? Je zou bijna vergeten dat er ook nog gereden werd. In het begin sloop een groepje van zes renners weg, alleen kwamen zij niet weg. Niet gek veel later kon een groep van 14 man wel weg komen. Deze hielden het vol tot ruim tien kilometer voor het einde van de wedstrijd. Onder aanvoering van Cannondale (dat de gehele dag de wedstrijd al gecontroleerd had), Vacansoleil en Accent werd de sprint aangetrokken. Kenny van Hummel kwam te vroeg op kop te zitten waardoor hij alsnog werd voorbij gereden door twee Italianen. Van die twee Italianen was Elia Viviani van Cannondale de sterkste. Hij versloeg Napolitano die tweede werd. Van Hummel werd, licht teleurgesteld, derde in de 28e editie van de Dutch Food Valley Classic.



11 aug 2013

Bobby Haarms: De Goede Beul!

Er zijn van die mensen voor wie je later steeds meer respect krijgt. Dat kan als ze nog leven of in sommige gevallen niet meer onder ons zijn. Wat ik dan vaak doe is me verdiepen in zo’n persoon. En zo kwam ik op het volgende onderwerp van mijn blog. En daar staat een man in centraal met een prachtige bijnaam: De Goede Beul.

Dat is namelijk de bijnaam van oer-Ajacied Bobby Haarms. Iedere Ajacied dient deze naam te kennen. Zo niet dan schaam ik me toch enigszins in hen plaats. Ik moet ook eerlijk bekennen dat ik de man nog niet zo goed kende tot een bepaald moment in 2008. Een moment dat ervoor zorgde dat ik me ging verdiepen in Haarms.

Het was zondag 29 september 2008. Locatie de Amsterdam Arena. Ajax speelde daar die middag een wedstrijd tegen Vitesse. Het werd een redelijk eenvoudig overwinning voor de Amsterdammers. Met 3-0 werd Vitesse opzij gezet. Maar die wedstrijd was voor mij slechts bijzaak. Ik mocht als vaandeldrager, met een vlag van Ajax, het veld op. Een gevoel dat je niet kan omschrijven. Het stadion waar je als klein jongetje van droomt, dat mag jij dan betreden met een vlag van jou club. Dichter bij kon ik niet meer komen om op het veld van de Arena te mogen staan. Mijn voetbalkwaliteiten waren niet toereikend genoeg om nog te hopen op een professionele carrière.

Maar het eigenlijke hoogtepunt van die dag, zo besef ik nu pas, was al voor de aftrap. We waren met een paar man omgekleed en stonden op het punt om naar het veld te gaan. Eerst zagen we nog een gepanikeerde voetballer van Vitesse staan. Hij stond volop te bellen. Ik weet niet meer zeker wie het was maar ik denk nu nog steeds aan Nicky Hofs. Maar goed we liepen verder en kwamen in het stadion. En daar stond een vrouw bij een rolstoel waar een oudere man in zat. Die oudere man bleek Bobby Haarms te zijn! Het werd nog beter toen we dichterbij kwamen. Onze begeleider kende schijnbaar de vrouw en ook meneer Haarms kende hij redelijk goed zo te zien. We liepen hem achterna en zo stonden we plotseling oog in oog met Bobby Haarms. Hij gaf iedereen nog een hand. Toen was ik aan de beurt en gaf de beste man een hand. Een handdruk die ik mijn hele leven nooit zal vergeten.

Dat moment zorgde ervoor dat ik me ging verdiepen in Bobby Haarms. Want wat had hij nu voor Ajax betekend in al die jaren. Ik wist dat hij bij heel veel Ajacieden erg geliefd was. Maar waarom dan? Dat was eigenlijk de vraag die mij bezig hield. En ik denk dat ik het antwoord wel weet. Bobby Haarms was Ajax.

Geboren in Amsterdam zag hij in 1934 het levenslicht aan de Middenweg te Amsterdam. Hij werd geboren tegenover het terrein waar later De Meer werd gebouwd. Hij debuteerde voor Ajax in 1952 tegen Heracles. Lang zou hij echter niet voetballen want op 25-jarige leeftijd moest hij zijn loopbaan stoppen vanwege aanhoudende knie klachten. Maar afstand nemen van het voetbal dat wilde Haarms niet. Hij ging door als trainer en kwam zo in 1967 weer bij Ajax terecht als assistent van Rinus Michels.

Het opmerkelijke was dat Haarms niet in bezit was van de juiste trainingspapieren. Maar dat was geen probleem. Hij kreeg van Michels een getuigschrift met de volgende zin: "Haarms nooit zijn A-diploma had kunnen halen, omdat hij het te druk had met zijn werkzaamheden voor de club". Hij vervulde diverse functies bij Ajax. Assistent-trainer, hersteltrainer, scout en jeugdtrainer werd Haarms bij de Amsterdammers. Hij maakte veel mee. Zag veel prijzen gewonnen worden, maar zag ook veel dingen mis gaan. Maar hij bleef Ajax altijd trouw.

En dat zorgde ervoor dat hij met de jaren steeds geliefder werd bij de aanhang van Ajax. Zijn wil om alles voor Ajax over te hebben. Zijn enorme drang om de club te helpen, ook al stond deze er niet goed voor. Hij gaf zich voor de volle 100% voor de club. Iets wat je nog maar zelden mee maakt in tijden van op geld beluste bestuurders die snel willen scoren om vervolgens weer ergens anders de show te gaan stelen.

Maar aan ieder mensenleven komt een eind, zo ook aan dat van Haarms. Op 6 juni 2009 stierf hij in zijn geliefde Amsterdam. Na jaren al achteruit te zijn gegaan door zijn suikerziekte en zware privé omstandigheden, won hij deze keer de strijd niet. Hij kreeg een prachtig eerbetoon tijdens een dienst die voor hem werd gehouden op De Toekomst.

Wat rest zijn de herinneringen aan een fantastisch mens. Iemand die ik nooit persoonlijk heb mee gemaakt met uitzondering van een handdruk. Veel Ajacieden van mijn generatie kennen hem alleen van naam. Maar hij mag en zal ook nooit vergeten worden. Want Bobby Haarms, hoe ziek hij ook was op het einde van zijn leven, nog steeds een Ajacied.


5 aug 2013

Komen leuke dingen aan...

Op vrijdag 23 augustus ben ik aanwezig bij de wielerwedstrijd Dutch Food Valley Classic, voorheen Veenendaal – Veenendaal. Ik mag hier, voor het eerst, aanwezig zijn als journalist. Het is een wielerwedstrijd met een mooie historie. Zo won Joop Zoetemelk de eerste editie en wisten ook renners als Tom Boonen, Boasson Hagen en Theo Bos deze wedstrijd te winnen.

Ik houd jullie op de hoogte van nog andere ontwikkelingen.


Stay tuned!

31 jul 2013

Laat het maar komen!

Het is maandag 19 mei 2014. Ik word, zoals iedere dag, weer wakker. Deze keer sta ik met een lichte kater op. Maar dat kan mijn goede zin niet verbergen. Mijn club, Ajax, is al voor de vierde keer achter elkaar kampioen geworden. Frank de Boer heeft dat toch maar mooi voor elkaar, denk ik zo. Ik strompel naar beneden.

Eenmaal beneden aangekomen zie ik daar de krant liggen. Daarop staat met grote letters Frank Legende! Ik kan ze geen ongelijk geven. In een jaar dat Ajax alleen maar Eriksen (Liverpool), Boerrigter (Celtic) en Babel (Kasimpasa), verloor wist hij toch een prima elftal te smeden van wat erover bleef. Met als gevolg dat we tot de kwartfinale kwamen in de Champions League, we verloren daar van de latere winnaar Bayern München, en weer de beste van Nederland mogen zijn.

Ik besef dat we dit jaar het ook niet zomaar kregen. Vooraf zag iedereen Ajax als de favoriet en dat was ook te merken het hele jaar. Tegen iedere ploeg kregen ze het toch wel lastig. Vooral omdat zij Ajax de bal gaven en zelf erg defensief de wedstrijd in gingen. Gelukkig heeft Ajax met Fisscher en nog enkele anderen genoeg kwaliteit om deze tegenstanders uiteindelijk toch te verslaan.

Toch was de concurrentie ook niet slecht. PSV speelde in het begin erg vrolijk maar kreeg na een tijdje te maken met enkele probleempjes. De verdediging begon goed maar de weinige ervaring die zij hadden brak hen op. En Maher viel ook enorm tegen. Dat kwam omdat hij zich teveel wilde laten gelden en dat brak hem op. Komend seizoen gewoon weer opnieuw beginnen voor Adam Maher. PSV eindigde ondanks een matig einde toch nog knap tweede.

Feyenoord eindigde teleurstellend. Het moet zich nog zien te plaatsen voor Europees voetbal via play-offs. Het elftal bleef intact daar het gehele seizoen maar door enkele irritaties onderling, onder aavoering van Pellè, ging het niet goed in Rotterdam-Zuid. Koeman moest met verschillende kampen overeenkomen maar dat lukte hem niet. Halverwege maart gaf hij er de brui aan.

De grootste verrassing was toch wel dit seizoen AZ. De ploeg van Gert-Jan Verbeek, die in het seizoen 2014/2015 trainer wordt van FC Twente, wist met vrolijk spel en een team dat voor elkaar door het vuur ging. Op het einde kwamen ze net tekort. Maar het was al knap van ze om na een rampseizoen zo hoog te eindigen met een redelijk nieuw elftal. Datzelfde geldt ook wel voor PSV.

Er moet ook weer afscheid genomen van een ploeg. Van Cambuur Leeuwarden bijvoorbeeld. Hoewel zij de beste van Friesland waren in de onderlinge confrontatie met SC Heereveen, konden zij zich niet handhaven. Ook NAC lijkt er niet goed vanaf te komen. Het moet nu nog play-offs voor promotie/degradatie spelen, maar het ziet er niet goed uit voor ze. Het team oogt lamlendig en de sfeer is verpest.

Ik sla de krant weer dicht. Wetend dat het dit seizoen niet alleen bij het voetbal zelf onrustig was maar ook bij de praatprogramma’s. Studio Voetbal zal in het nieuwe jaar doorgaan maar nu met publiek en nieuwe krachten. Jack van Gelder wordt bedankt voor bewezen diensten en gaat na het WK met pensioen. Een ander voetbal praatprogramma, Voetbal International, stopt ermee. Dit na een knallende ruzie tussen Derksen en de programmaleiding van RTL. De teruglopende kijkcijfers waren reden voor een gesprek tussen beide partijen. Bij dat gesprek liepen de emoties hoog op waarbij Derksen besloot er namens zichzelf en VI de stekker eruit te trekken.

Nee het was me weer een seizoen. Ik ben wel benieuwd naar het WK. Maar dat is pas over een paar weken. Nu eerst nog genieten van het voorbije seizoen. Ik heb eigenlijk nu al weer zin in het nieuwe seizoen. Laat het maar komen!



27 jul 2013

Cricri was er dichtbij... maar het werd niets


Cristophe met zijn bekende fiets en snor

Wielrennen: het is een prachtige sport met misschien nog mooiere verhalen. Al is de Tour alweer bijna een week voorbij, ik heb weer zo’n prachtig verhaal gevonden. Deze keer staat 'de eeuwige pechvogel', Eugène Christophe centraal. De man die de Tour had moeten winnen maar door hele grote pech dat nooit kon bewerkstelligen.

Christophe werd in 1885 geboren in Parijs. Het was al snel duidelijk dat deze Fransman goed kon fietsen. Maar het lag toen wat moeilijker om wielrenner te worden. Je had nog geen echte professionele ploegen. Laat staan talentontwikkeling programma’s. Daarom werkte hij tot zijn 18e levensjaar nog gewoon als slotenmaker, iets wat normaal was als beginnende wielrenner.

Maar in 1904 besloot hij het toch maar te proberen: Christophe werd een beroepsrenner. Dat deed hij niet onverdienstelijk. Zo werd hij tweede bij het nationaal kampioenschap veldrijden in Frankrijk. Een prima resultaat voor de toen nog jonge Christophe. Hij was ook een van de pioniers in het wielrennen die aan cyclo-cross wedstrijden mee deed. Hier werd de basis gelegd voor de veldrijd wedstrijden zoals wij ze tegenwoordig kennen.

In 1906 kwam de grootste vuurdoop voor Christophe tot dat moment van zijn nog prille loopbaan. Hij ging voor het eerst mee doen aan de Tour de France. Hij werd tijdens deze Tour een keer derde en eindigde in het algemeen klassement op de negende plaats. Een prima prestatie voor iemand die de eerste keer de Tour rijdt in zijn leven.

De jaren daarna ontwikkelde hij zich meer en meer. Milaan – San Remo werd gewonnen evenals, nationale kampioenschap cyclo-cross en nog een aantal eendagskoersen. In 1912 kreeg hij ook succes in de Tour. Hij won drie etappes achtereenvolgens. Uiteindelijk belandde Christophe op een tweede plaats in het algemeen klassement. De Tour van 1913 moest dus zijn Tour worden. Maar dat werd het niet.

Het moment dat Cristophe erachter kwam dat hij een kapotte vork had
Hij stond op maar vier minuten van de leider in het algemeen klassement toen. Dat was de Belg Odile Defraye. Dat moest te doen zijn dacht Cristophe samen met zijn ploeg. Het beloofde een loodzware Pyreneeën rit te worden. De Oschquis, Aubisque, Soulor, Gourette, Tourmalet, Aspin en Peyresourde moesten allemaal beklommen worden. Samen met zijn ploeg maakte Christophe de koers gelijk hard. En dat leek erg goed uit te pakken. De voorsprong op Defraye groeide met de minuut en was op gegeven moment zelfs in Argelès zestig minuten! Een gigantische stunt was in de maak. Tot plots het de pech toe sloeg voor Cricri.

Hij zette op de Tourmalet nog eens aan om nog meer tijd te winnen. Er werd geschakeld en hij trapte nu een nog zwaarder verzet. Plotseling kon hij niet meer sturen. Wat was er aan de hand, vroeg Christophe zich af. Het bleek dat zijn vork was gebroken en hij zo niet meer verder kon fietsen. In een interview achteraf wilde hij op dat moment zelf niet toegeven dat het zijn vork was. Dat zou slechte publiciteit zijn geweest voor zijn ploeg Peugeot. Maar Christophe zat dus wel met een kapotte fiets. En hoe los je dat op in een tijd waar nog geen auto’s waren met nieuwe fietsen of technici in de koers?
Hij moest terug lopen naar een dorpje om zijn fiets bij een lokale smid weer in orde te maken. Onderweg kwam hij allerlei renners tegen die natuurlijk met verbazing hadden toe gekeken. Hoe kon hem dit nou overkomen? Iets wat Cricri zichzelf ook af vroeg. Maar er zat niets anders op dan zijn fiets te gaan maken en alsnog de wedstrijd uit te rijden. In de Tour van 1913 eindigde hij uiteindelijke op de zevende plaats in het classement general. Zijn volgende Tour, die van 1914, was voorlopig ook de laatste van die jaren. Er was oorlog en Cristophe moest zijn land dienen.

De eerste editie na de Eerste Wereldoorlog was die van 1919. Het was ook gelijk een bijzondere Tour. De Gele trui werd er geïntroduceerd voor de beste renner in het algemeen klassement. Het was een idee van toenmalig Tour directeur Henri Desgrange. Hij was voortdurend bezig met innovatie van de Tour. Met het invoeren van de Gele trui hoopte hij, naast meer aandacht voor zijn eigen krant en tevens belangrijke partner van de Tour, de wedstrijd nog spectaculairder te maken dan deze was.

En wie was de eerste drager van dit geel? Juist, de man uit Parijs; Eugène Christophe. Het had niet veel gescheeld of hij had de trui niet aan gedaan. Hij vond dat hij eruit zag als een kanarie en was ook bang dat mensen hem belachelijk maakte. Maar op aandringen van Desgrange ging de goedhartige Fransman toch overboord.

Maar ook in 1919 ging het weer mis met zijn velo. Het leek erop dat hij Parijs zou halen als de eindwinnaar van die Tour maar dat feestje ging niet op voor Christophe. In de voorlaatste etappe van Metz naar Duinkerke, wat overigens een afstand van meer dan 400 kilometer is, ging het weer mis voor hem.

Cristophe op een prachtige tekening in actie om zijn fiets te redden
Hij startte die dag met een voorsprong van 30 minuten op de nummer twee in het klassement.  Een riante voorsprong die hij toch nooit meer weg zou geven. Dat dacht hij zelf ook. Tot bij Valenciennes weer zijn vork brak. Weer moest hij kilometers te voet afleggen om zijn fiets bij een smederij weer rijklaar te maken. Uiteindelijk verloor hij tweeënhalf uur tijdens de race. En hij verloor ook zijn gele trui. Christophe baalde verschrikkelijk maar besefte ook dat dit gewoon hele domme pech was. Wel kreeg hij als troost net zoveel geld als Tour winnaar Lambot. Dit omdat het volk het zo sneu vond voor Cricri dat zij hem op deze manier toch een hart onder de riem wilde steken.

Het zou uiteindelijk niet de laatste keer zijn geweest dat zijn vork brak. In 1922, wederom in de bergen, brak zijn vork alweer. Deze keer zat hij echter niet in een luxe positie dat hij de Tour kon winnen en was deze breuk voor hem dan ook het minst erg van allemaal.

Als de vork heel was gebleven van Cristophe dan had hij een geweldig palmares gehad. En was ie een legende geworden. Maar zijn vork brak. Er was alleen een ding: een prachtig verhaal van een van de meest opmerkelijkste renners aller tijden.




24 jul 2013

Het was 13 juli 1967...

Het was 13 juli 1967. Een dag die u waarschijnlijk zo snel niets zegt. Of u moet een wielerliefhebber zijn. Dan begrijpt u dat dit een historisch moment is geweest in deze sport en misschien wel voor alle sporten.

We zijn in Frankrijk, om precies te zijn bij de Tour de France. Vanuit Marseille richting Carpentras moest het peloton die dag. En de bevreesde Mont Ventoux werd ook aangedaan in de 211,5 km lange tocht. Voor Nederland was het die dag een mooie dag, voor zover je het een mooie dag kan noemen. Jan Janssen wist de etappe te winnen. Maar de sport en vooral de wielrennerij zou nooit meer hetzelfde zijn met een gebeurtenis op diezelfde dag.

Tommy Simpson was op jonge leeftijd naar Europa gekomen om zijn fiets carrière uit de verf te laten komen. Hij wilde dat altijd al worden en besloot daarom deze stap te nemen. In Gent begon zijn carrière. Talent had Tommy maar daarnaast had hij iets wat je nodig hebt als wielrenner: karakter. Dat laatste zorgde er vaak voor dat hij een taaie renner was. Een waar rekening mee gehouden moest worden want ooit zou Simpson, zoals hij zelf ook een aantal keren aangaf, wel de Tour gaan winnen.

Simpson tijdens de beklimming van de Ventoux

Simpson was echter een beetje ziek geworden vlak voor deze etappe. Hij had last van darm en maagklachten. Iets wat hem later duur kwam te staan. De etappe zelf beloofde ook gigantisch heet te worden voor de renners. Temperaturen tussen de 40 en 45 graden werden met het grootste gemak op dat moment bereikt. Er moest dus ook genoeg gedronken worden maar dat was nou net een probleem bij de Tour in die tijd. Er mochten geen drinkbussen worden gegeven worden vanuit de auto’s die reden tussen de renners. Ze waren dus afhankelijk van mensen langs het parcours of cafés langs het parcours. Het kon dus zomaar zijn dat de renners ook alcohol binnen kregen. Iets wat niet echt goed voor je is, als het zo warm is.

Deze twee factoren zorgde er dus al voor dat het geen makkelijke dag zou worden voor Simpson. Maar toch klom de Brit op zijn velo om de Ventoux te beklimmen. In het begin leek het nog vrij goed te gaan voor Simpson. Hij kon de aanvallers volgen op de Ventoux. Maar al snel leek het niet goed te gaan met de renner. Hij zag er niet gezond uit, reageerde nauwelijks op wat andere renners hem vroegen en leek niet meer met zijn hoofd bij de wedstrijd te zijn.

Niet gek veel later sloeg het noodlot toe. Nadat hij het wiel had verloren van de aanvallers en al zwalkend over de weg nog een klein beetje reed, viel hij van zijn fiets. Zijn technicus, die alles filmde, vond het genoeg. "That's it for you, Tom." Maar de woorden van Harry Hall waren aan dovemans oren gericht. Tommy wilde door en werd, al was het tegen de zin van Hall, weer terug op zijn fiets gezet.

460 meter ver kwam Tom tijdens zijn laatste meters als wielrenner. Weer viel hij van zijn fiets en hij was gelijk buiten westen. Een helikopter kwam er nog aan en ondertussen werd geprobeerd om Simpson te redden. Maar het was toen eigenlijk al gebeurd. Op weg naar ziekenhuis in Avignon overleed de renner in de helikopter. Hij werd slechts 29 jaar oud. Maar er schuilt meer achter dit verhaal.

Tommy Simpson vecht tegen beter weten voor zijn leven

De tourdirecteur van toen, Felix Lévitan, kreeg flinke kritiek te verwerken op de etappe die de renners die bewuste dag moesten rijden. Het was erg warm en het was volgens de critici onverantwoord om de renners zo’n parcours af te laten leggen. Maar het was niet alleen het parcours, de hitte en Simpsons ziekte die ervoor gezorgd hadden dat hij zijn dood vond op de Ventoux.

Tijdens het onderzoek naar de dood van Simpson kwamen de onderzoekers een paar tubes tegen. In twee van deze tubes zat amfetamine en in een derde tube zat het onbekende  'Tonedron'. De tubes amfetamine waren leeg en het onbekende tubetje zat nog maar halfvol. Deze doping zorgde ervoor dat Simpson geen grenzen meer kende en volop door ging. Hij kende geen grenzen meer.

Maar achter dit hele verhaal schuilt ook een dieper verhaal. Simpson kreeg enkele dagen voor deze etappe te horen van zijn ploegleider dat hij een contract kon tekenen bij de ploeg van Pingeon, de latere winnaar van de Tour in 1967. Er was slechts een voorwaarde voor Simpson: haal Parijs! Deze druk heeft waarschijnlijk bijgedragen aan het feit dat Simpson over ging tot het gebruiken van de gevonden tubes.

De combinatie van al deze factoren (de hitte, gebrek aan drinken, koppige karakter van Simpson en dopinggebruik) zorgde voor zijn ondergang. En niet zoals altijd in de media wordt beweerd dat het alleen maar door de doping kwam.

Zijn dood schokte niet alleen de wielerwereld maar ook alle andere sporten. In de tour van 1968 werd dan ook besloten om doping controles in te voeren, dit tegen de zin van het peloton. Door de dood van Simpson zijn er controles. Anders waren deze er pas jaren later gekomen.

Het is het tragisch einde van een wielrenner die nog zoveel had kunnen bereiken. Zoals ik al eerder schreef, hij dacht nog ooit de Tour te winnen. Daar was hij heilig van overtuigd. Maar zover zou het nooit meer komen.


Het was 13 juli 1967. Om 17.40 uur. De legende leeft nog altijd voort. Tommy Simpson veranderde de wereld! 

De gedenksteen van Simpson op de Ventoux

25 jun 2013

David Endt = Ajax!

Vanochtend stond ik met hele grote verbazing op. David Endt zou zijn baan als teammanager van Ajax kwijt raken en een andere plaats binnen de club krijgen. Ik wist niet wat ik las. Een man die al bijna een kwart eeuw werkzaam is bij Ajax vervangen door een of ander honkballertje of hockey figuur? Dat nooit!

Hoe dom kan je zijn vraag ik me af en toe wel eens af als ik dit soort berichten voorbij zie komen. Mensen die al jaren bij een voetbalclub werken en dan ineens weg moeten. Je hart en ziel weg doen, zo zie ik dat. En het is iets wat de laatste jaren steeds vaker gebeurd.

Ik hoop dat David gewoon bij Ajax blijft en het liefst nog als teammanager. Wat heeft deze man Ajax verkeerd gedaan? Waarom moet hij ineens na zoveel jaren alsnog vervangen worden? En de vraag die mij vooral bezig houdt, waarom gooi je de ziel van een club weg?

De revolutie van Cruijff vond ik een groot succes. De jeugd moest weer het belangrijkste worden en dat is aardig gelukt nu drie landstitels binnen zijn en enkele groeibriljantjes zich verder ontwikkelen. Het spel moest ook weer des Ajax worden en dat begint ook meer en meer te komen.

En de tijden van het geld weg smijten aan spelers is ook voorbij. Ik ben blij dat Ajax besloten heeft om Maher niet te halen. Ik vind het een goede speler, maar niet tegen elk geld. Als meneer 9 miljoen kost aan transfersom ben je er nog niet. Tel er een salaris van ongeveer een miljoen per jaar bij op en dan nog wat tekengeld. Als hij dan 2 jaar zou blijven, moet hij je minimaal 11 miljoen van hem opstrijken als je hem door verkoopt. En niemand kan zeggen hoe hij zich ontwikkelt. De tijden van gekte zijn voorbij, ook in Amsterdam.

Maar die gekte begint nu toch wel weer een beetje terug te komen. Een ras Ajacied weg zetten in een kantoor baantje zodat hij zijn mening niet kan verkondigen en er een marionettenpop voor terug laten komen. Nee Ajax, zo ken ik je niet.



6 mrt 2013

Leven met de leugen


Vandaag werd het dan eindelijk bekend na een flinke periodes van leugens. Boogerd gaf toe doping te hebben gebruikt. De Hagenees moest diep door het stof door voorbije weken. Hij kwam tot zijn besluit om het toe te geven nadat kinderen op de voetbalclub aan zijn zoontje hadden gevraagd of hij doping gebruikt had. Toen knapte er iets bij de winnaar van de koninginnenrit van de Tour de France in 2002.

En ik had ergens medelijden met de beste man. Niet dat ik het goed praat dat hij doping heeft gebruikt want dat kan en mag absoluut niet. Maar mensen vergeten de ellende die er vaak achter zit. Een wielrenner komt niet zomaar tot het besluit om doping te gebruiken.

Een wielrenner heeft niet alleen een professionele kant. Maar ook een persoonlijke kant. Hij heeft een familie. Moet zorgen voor een inkomen. Van dat inkomen probeert hij te leven. Maar wat als je talent je als wielrenner je in de steek laat maar je toch een persoon bent die niet van snel opgeven is. Wat doe je dan om toch professioneel rond te kunnen rijden?

Dan zoek je snel je toevlucht in middelen zoals EPO en allerlei andere verboden middelen. Ze helpen je om je prestaties te verbeteren. En wie ben jij om dat niet te doen als iedereen om je heen het ook doet. En als het dan nog helpt om wedstrijden te winnen en daarmee ook je salaris rijkelijk te zien stijgen dan is de weg helemaal vrij voor om allerlei rommel in je lichaam te spuiten en te slikken.

En dan hoor je een hoop mensen elke keer maar weer zeggen van ik had dat niet gedaan. Ik zou daar niet zo stellig in zijn. We blijven allemaal mensen en als de druk zo hoog wordt dat je dreigt je carrière te moeten beëindigen en sponsoren die druk nog eens extra verhogen door te zeggen dat ze minder geld geven als de prestaties uitblijven, dan wordt het ook voor u erg moeilijk om nee te zeggen tegen doping.

Laat ik nogmaals duidelijk maken dat ik hier niet het gebruik ervan goed zit te praten en zeker iemand als Armstrong niet. Hij heeft echt het hele wielrennen kapot gemaakt in zijn tijd door overal en iedereen psychologisch te beïnvloeden. Maar ik wil hier wel een lans breken voor de renners die eigenlijk weinig keus hadden. Wat hadden zij anders moeten doen?

Maar wat ik hoop dat als ik naar de komende Tour kijk dat ik weer kan genieten van het wielrennen. Want er is niet zo mooier dan een wielrenner die afziet en met pijn en moeite de berg haalt. Het afzien is een prachtig onderdeel van de sport. Maar het afbreken van het wielrennen zoals nu gebeurt daar verzet ik me tegen.

Zolang de wielen draaien is er koers!