Pagina's

31 jul 2013

Laat het maar komen!

Het is maandag 19 mei 2014. Ik word, zoals iedere dag, weer wakker. Deze keer sta ik met een lichte kater op. Maar dat kan mijn goede zin niet verbergen. Mijn club, Ajax, is al voor de vierde keer achter elkaar kampioen geworden. Frank de Boer heeft dat toch maar mooi voor elkaar, denk ik zo. Ik strompel naar beneden.

Eenmaal beneden aangekomen zie ik daar de krant liggen. Daarop staat met grote letters Frank Legende! Ik kan ze geen ongelijk geven. In een jaar dat Ajax alleen maar Eriksen (Liverpool), Boerrigter (Celtic) en Babel (Kasimpasa), verloor wist hij toch een prima elftal te smeden van wat erover bleef. Met als gevolg dat we tot de kwartfinale kwamen in de Champions League, we verloren daar van de latere winnaar Bayern München, en weer de beste van Nederland mogen zijn.

Ik besef dat we dit jaar het ook niet zomaar kregen. Vooraf zag iedereen Ajax als de favoriet en dat was ook te merken het hele jaar. Tegen iedere ploeg kregen ze het toch wel lastig. Vooral omdat zij Ajax de bal gaven en zelf erg defensief de wedstrijd in gingen. Gelukkig heeft Ajax met Fisscher en nog enkele anderen genoeg kwaliteit om deze tegenstanders uiteindelijk toch te verslaan.

Toch was de concurrentie ook niet slecht. PSV speelde in het begin erg vrolijk maar kreeg na een tijdje te maken met enkele probleempjes. De verdediging begon goed maar de weinige ervaring die zij hadden brak hen op. En Maher viel ook enorm tegen. Dat kwam omdat hij zich teveel wilde laten gelden en dat brak hem op. Komend seizoen gewoon weer opnieuw beginnen voor Adam Maher. PSV eindigde ondanks een matig einde toch nog knap tweede.

Feyenoord eindigde teleurstellend. Het moet zich nog zien te plaatsen voor Europees voetbal via play-offs. Het elftal bleef intact daar het gehele seizoen maar door enkele irritaties onderling, onder aavoering van Pellè, ging het niet goed in Rotterdam-Zuid. Koeman moest met verschillende kampen overeenkomen maar dat lukte hem niet. Halverwege maart gaf hij er de brui aan.

De grootste verrassing was toch wel dit seizoen AZ. De ploeg van Gert-Jan Verbeek, die in het seizoen 2014/2015 trainer wordt van FC Twente, wist met vrolijk spel en een team dat voor elkaar door het vuur ging. Op het einde kwamen ze net tekort. Maar het was al knap van ze om na een rampseizoen zo hoog te eindigen met een redelijk nieuw elftal. Datzelfde geldt ook wel voor PSV.

Er moet ook weer afscheid genomen van een ploeg. Van Cambuur Leeuwarden bijvoorbeeld. Hoewel zij de beste van Friesland waren in de onderlinge confrontatie met SC Heereveen, konden zij zich niet handhaven. Ook NAC lijkt er niet goed vanaf te komen. Het moet nu nog play-offs voor promotie/degradatie spelen, maar het ziet er niet goed uit voor ze. Het team oogt lamlendig en de sfeer is verpest.

Ik sla de krant weer dicht. Wetend dat het dit seizoen niet alleen bij het voetbal zelf onrustig was maar ook bij de praatprogramma’s. Studio Voetbal zal in het nieuwe jaar doorgaan maar nu met publiek en nieuwe krachten. Jack van Gelder wordt bedankt voor bewezen diensten en gaat na het WK met pensioen. Een ander voetbal praatprogramma, Voetbal International, stopt ermee. Dit na een knallende ruzie tussen Derksen en de programmaleiding van RTL. De teruglopende kijkcijfers waren reden voor een gesprek tussen beide partijen. Bij dat gesprek liepen de emoties hoog op waarbij Derksen besloot er namens zichzelf en VI de stekker eruit te trekken.

Nee het was me weer een seizoen. Ik ben wel benieuwd naar het WK. Maar dat is pas over een paar weken. Nu eerst nog genieten van het voorbije seizoen. Ik heb eigenlijk nu al weer zin in het nieuwe seizoen. Laat het maar komen!



27 jul 2013

Cricri was er dichtbij... maar het werd niets


Cristophe met zijn bekende fiets en snor

Wielrennen: het is een prachtige sport met misschien nog mooiere verhalen. Al is de Tour alweer bijna een week voorbij, ik heb weer zo’n prachtig verhaal gevonden. Deze keer staat 'de eeuwige pechvogel', Eugène Christophe centraal. De man die de Tour had moeten winnen maar door hele grote pech dat nooit kon bewerkstelligen.

Christophe werd in 1885 geboren in Parijs. Het was al snel duidelijk dat deze Fransman goed kon fietsen. Maar het lag toen wat moeilijker om wielrenner te worden. Je had nog geen echte professionele ploegen. Laat staan talentontwikkeling programma’s. Daarom werkte hij tot zijn 18e levensjaar nog gewoon als slotenmaker, iets wat normaal was als beginnende wielrenner.

Maar in 1904 besloot hij het toch maar te proberen: Christophe werd een beroepsrenner. Dat deed hij niet onverdienstelijk. Zo werd hij tweede bij het nationaal kampioenschap veldrijden in Frankrijk. Een prima resultaat voor de toen nog jonge Christophe. Hij was ook een van de pioniers in het wielrennen die aan cyclo-cross wedstrijden mee deed. Hier werd de basis gelegd voor de veldrijd wedstrijden zoals wij ze tegenwoordig kennen.

In 1906 kwam de grootste vuurdoop voor Christophe tot dat moment van zijn nog prille loopbaan. Hij ging voor het eerst mee doen aan de Tour de France. Hij werd tijdens deze Tour een keer derde en eindigde in het algemeen klassement op de negende plaats. Een prima prestatie voor iemand die de eerste keer de Tour rijdt in zijn leven.

De jaren daarna ontwikkelde hij zich meer en meer. Milaan – San Remo werd gewonnen evenals, nationale kampioenschap cyclo-cross en nog een aantal eendagskoersen. In 1912 kreeg hij ook succes in de Tour. Hij won drie etappes achtereenvolgens. Uiteindelijk belandde Christophe op een tweede plaats in het algemeen klassement. De Tour van 1913 moest dus zijn Tour worden. Maar dat werd het niet.

Het moment dat Cristophe erachter kwam dat hij een kapotte vork had
Hij stond op maar vier minuten van de leider in het algemeen klassement toen. Dat was de Belg Odile Defraye. Dat moest te doen zijn dacht Cristophe samen met zijn ploeg. Het beloofde een loodzware Pyreneeën rit te worden. De Oschquis, Aubisque, Soulor, Gourette, Tourmalet, Aspin en Peyresourde moesten allemaal beklommen worden. Samen met zijn ploeg maakte Christophe de koers gelijk hard. En dat leek erg goed uit te pakken. De voorsprong op Defraye groeide met de minuut en was op gegeven moment zelfs in Argelès zestig minuten! Een gigantische stunt was in de maak. Tot plots het de pech toe sloeg voor Cricri.

Hij zette op de Tourmalet nog eens aan om nog meer tijd te winnen. Er werd geschakeld en hij trapte nu een nog zwaarder verzet. Plotseling kon hij niet meer sturen. Wat was er aan de hand, vroeg Christophe zich af. Het bleek dat zijn vork was gebroken en hij zo niet meer verder kon fietsen. In een interview achteraf wilde hij op dat moment zelf niet toegeven dat het zijn vork was. Dat zou slechte publiciteit zijn geweest voor zijn ploeg Peugeot. Maar Christophe zat dus wel met een kapotte fiets. En hoe los je dat op in een tijd waar nog geen auto’s waren met nieuwe fietsen of technici in de koers?
Hij moest terug lopen naar een dorpje om zijn fiets bij een lokale smid weer in orde te maken. Onderweg kwam hij allerlei renners tegen die natuurlijk met verbazing hadden toe gekeken. Hoe kon hem dit nou overkomen? Iets wat Cricri zichzelf ook af vroeg. Maar er zat niets anders op dan zijn fiets te gaan maken en alsnog de wedstrijd uit te rijden. In de Tour van 1913 eindigde hij uiteindelijke op de zevende plaats in het classement general. Zijn volgende Tour, die van 1914, was voorlopig ook de laatste van die jaren. Er was oorlog en Cristophe moest zijn land dienen.

De eerste editie na de Eerste Wereldoorlog was die van 1919. Het was ook gelijk een bijzondere Tour. De Gele trui werd er geïntroduceerd voor de beste renner in het algemeen klassement. Het was een idee van toenmalig Tour directeur Henri Desgrange. Hij was voortdurend bezig met innovatie van de Tour. Met het invoeren van de Gele trui hoopte hij, naast meer aandacht voor zijn eigen krant en tevens belangrijke partner van de Tour, de wedstrijd nog spectaculairder te maken dan deze was.

En wie was de eerste drager van dit geel? Juist, de man uit Parijs; Eugène Christophe. Het had niet veel gescheeld of hij had de trui niet aan gedaan. Hij vond dat hij eruit zag als een kanarie en was ook bang dat mensen hem belachelijk maakte. Maar op aandringen van Desgrange ging de goedhartige Fransman toch overboord.

Maar ook in 1919 ging het weer mis met zijn velo. Het leek erop dat hij Parijs zou halen als de eindwinnaar van die Tour maar dat feestje ging niet op voor Christophe. In de voorlaatste etappe van Metz naar Duinkerke, wat overigens een afstand van meer dan 400 kilometer is, ging het weer mis voor hem.

Cristophe op een prachtige tekening in actie om zijn fiets te redden
Hij startte die dag met een voorsprong van 30 minuten op de nummer twee in het klassement.  Een riante voorsprong die hij toch nooit meer weg zou geven. Dat dacht hij zelf ook. Tot bij Valenciennes weer zijn vork brak. Weer moest hij kilometers te voet afleggen om zijn fiets bij een smederij weer rijklaar te maken. Uiteindelijk verloor hij tweeënhalf uur tijdens de race. En hij verloor ook zijn gele trui. Christophe baalde verschrikkelijk maar besefte ook dat dit gewoon hele domme pech was. Wel kreeg hij als troost net zoveel geld als Tour winnaar Lambot. Dit omdat het volk het zo sneu vond voor Cricri dat zij hem op deze manier toch een hart onder de riem wilde steken.

Het zou uiteindelijk niet de laatste keer zijn geweest dat zijn vork brak. In 1922, wederom in de bergen, brak zijn vork alweer. Deze keer zat hij echter niet in een luxe positie dat hij de Tour kon winnen en was deze breuk voor hem dan ook het minst erg van allemaal.

Als de vork heel was gebleven van Cristophe dan had hij een geweldig palmares gehad. En was ie een legende geworden. Maar zijn vork brak. Er was alleen een ding: een prachtig verhaal van een van de meest opmerkelijkste renners aller tijden.




24 jul 2013

Het was 13 juli 1967...

Het was 13 juli 1967. Een dag die u waarschijnlijk zo snel niets zegt. Of u moet een wielerliefhebber zijn. Dan begrijpt u dat dit een historisch moment is geweest in deze sport en misschien wel voor alle sporten.

We zijn in Frankrijk, om precies te zijn bij de Tour de France. Vanuit Marseille richting Carpentras moest het peloton die dag. En de bevreesde Mont Ventoux werd ook aangedaan in de 211,5 km lange tocht. Voor Nederland was het die dag een mooie dag, voor zover je het een mooie dag kan noemen. Jan Janssen wist de etappe te winnen. Maar de sport en vooral de wielrennerij zou nooit meer hetzelfde zijn met een gebeurtenis op diezelfde dag.

Tommy Simpson was op jonge leeftijd naar Europa gekomen om zijn fiets carrière uit de verf te laten komen. Hij wilde dat altijd al worden en besloot daarom deze stap te nemen. In Gent begon zijn carrière. Talent had Tommy maar daarnaast had hij iets wat je nodig hebt als wielrenner: karakter. Dat laatste zorgde er vaak voor dat hij een taaie renner was. Een waar rekening mee gehouden moest worden want ooit zou Simpson, zoals hij zelf ook een aantal keren aangaf, wel de Tour gaan winnen.

Simpson tijdens de beklimming van de Ventoux

Simpson was echter een beetje ziek geworden vlak voor deze etappe. Hij had last van darm en maagklachten. Iets wat hem later duur kwam te staan. De etappe zelf beloofde ook gigantisch heet te worden voor de renners. Temperaturen tussen de 40 en 45 graden werden met het grootste gemak op dat moment bereikt. Er moest dus ook genoeg gedronken worden maar dat was nou net een probleem bij de Tour in die tijd. Er mochten geen drinkbussen worden gegeven worden vanuit de auto’s die reden tussen de renners. Ze waren dus afhankelijk van mensen langs het parcours of cafés langs het parcours. Het kon dus zomaar zijn dat de renners ook alcohol binnen kregen. Iets wat niet echt goed voor je is, als het zo warm is.

Deze twee factoren zorgde er dus al voor dat het geen makkelijke dag zou worden voor Simpson. Maar toch klom de Brit op zijn velo om de Ventoux te beklimmen. In het begin leek het nog vrij goed te gaan voor Simpson. Hij kon de aanvallers volgen op de Ventoux. Maar al snel leek het niet goed te gaan met de renner. Hij zag er niet gezond uit, reageerde nauwelijks op wat andere renners hem vroegen en leek niet meer met zijn hoofd bij de wedstrijd te zijn.

Niet gek veel later sloeg het noodlot toe. Nadat hij het wiel had verloren van de aanvallers en al zwalkend over de weg nog een klein beetje reed, viel hij van zijn fiets. Zijn technicus, die alles filmde, vond het genoeg. "That's it for you, Tom." Maar de woorden van Harry Hall waren aan dovemans oren gericht. Tommy wilde door en werd, al was het tegen de zin van Hall, weer terug op zijn fiets gezet.

460 meter ver kwam Tom tijdens zijn laatste meters als wielrenner. Weer viel hij van zijn fiets en hij was gelijk buiten westen. Een helikopter kwam er nog aan en ondertussen werd geprobeerd om Simpson te redden. Maar het was toen eigenlijk al gebeurd. Op weg naar ziekenhuis in Avignon overleed de renner in de helikopter. Hij werd slechts 29 jaar oud. Maar er schuilt meer achter dit verhaal.

Tommy Simpson vecht tegen beter weten voor zijn leven

De tourdirecteur van toen, Felix Lévitan, kreeg flinke kritiek te verwerken op de etappe die de renners die bewuste dag moesten rijden. Het was erg warm en het was volgens de critici onverantwoord om de renners zo’n parcours af te laten leggen. Maar het was niet alleen het parcours, de hitte en Simpsons ziekte die ervoor gezorgd hadden dat hij zijn dood vond op de Ventoux.

Tijdens het onderzoek naar de dood van Simpson kwamen de onderzoekers een paar tubes tegen. In twee van deze tubes zat amfetamine en in een derde tube zat het onbekende  'Tonedron'. De tubes amfetamine waren leeg en het onbekende tubetje zat nog maar halfvol. Deze doping zorgde ervoor dat Simpson geen grenzen meer kende en volop door ging. Hij kende geen grenzen meer.

Maar achter dit hele verhaal schuilt ook een dieper verhaal. Simpson kreeg enkele dagen voor deze etappe te horen van zijn ploegleider dat hij een contract kon tekenen bij de ploeg van Pingeon, de latere winnaar van de Tour in 1967. Er was slechts een voorwaarde voor Simpson: haal Parijs! Deze druk heeft waarschijnlijk bijgedragen aan het feit dat Simpson over ging tot het gebruiken van de gevonden tubes.

De combinatie van al deze factoren (de hitte, gebrek aan drinken, koppige karakter van Simpson en dopinggebruik) zorgde voor zijn ondergang. En niet zoals altijd in de media wordt beweerd dat het alleen maar door de doping kwam.

Zijn dood schokte niet alleen de wielerwereld maar ook alle andere sporten. In de tour van 1968 werd dan ook besloten om doping controles in te voeren, dit tegen de zin van het peloton. Door de dood van Simpson zijn er controles. Anders waren deze er pas jaren later gekomen.

Het is het tragisch einde van een wielrenner die nog zoveel had kunnen bereiken. Zoals ik al eerder schreef, hij dacht nog ooit de Tour te winnen. Daar was hij heilig van overtuigd. Maar zover zou het nooit meer komen.


Het was 13 juli 1967. Om 17.40 uur. De legende leeft nog altijd voort. Tommy Simpson veranderde de wereld! 

De gedenksteen van Simpson op de Ventoux