Zondagochtend. 10 uur. Daar staan de eerste ploegen alweer. Geur van het gras of de geur van het rubber komen je tegemoet. En dan begint de aftrap. 90 minuten later ben je dan of blij met de winst of teleurgesteld in het slechte resultaat. Na de wedstrijd gaat iedereen snel douchen en vaak een biertje pakken.
Zo ziet voor de meeste amateur voetballers de zondag eruit. Voor de een begint die al om 10 uur en voor de ander pas om 14.30 in de middag. En ook per team een ander resultaat. Maar dat maakt amateur voetbal ook zo mooi. Geen camera’s. Geen druk. Gewoon 22 spelers die een leuk wedstrijdje willen spelen. Dat is natuurlijk al weer anders bij het vaandelteam van de club. Daar heb je toch wat meer publiek en de lokale pers kijkt mee.
Maar dat is natuurlijk al helemaal anders als we gaan kijken op het professionele niveau. Daar heb je niet 22 spelers die het leuk vinden om een wedstrijd te spelen. Nee, zij moeten winnen. Het draait er om de poen en niet om het plezier. Dat was vroeger natuurlijk wel anders. Een camera die de wedstrijd opnam in beeld. Een journalist van de lokale pers, die een stukje schreef. Meer media was er niet.
Nu zijn we al zo ver dat met een kampioenswedstrijd in Nederland ( Ajax- FC Twente, 15 mei 2011) de wedstrijd al in 80 landen te volgen is. En zelfs grote internationale zenders als CNN en Al Jazeera besteden er aandacht aan. Op Twitter was deze wedstrijd Trending Toppic. En wat al niet te denken van de samenvattingen in de Eredivisie van die dag. Daar keken ook miljoenen mensen naar.
Waar stopt dit zou je haast denken. En dan nog te bedenken dat het de Nederlandse competitie is. Als dit in Spanje was geweest waren de kijkcijfers nog vele malen hoger geweest en de aandacht van alle pers ook. Maar zijn er ook andere manieren in de toekomst dat mensen het voetbal kunnen volgen? Ik denk van wel.
Vroeger zat ik wel eens te denken hoe het zou zijn als je een televisie had waarbij je echt in een stadion zat. Dat als je opstond je beeld met je mee ging. En als je je hoofd draaide dat het beeld ook mee draaide. Het leek een beetje onrealistisch. Maar in de uitzending van Pauw en Witteman van 26 oktober was er een man die een virtuele bril bij zich had. Hiermee kon hij dingen bekijken die mensen niet zagen. Het zou dus niet ondenkbaar zijn dat in de toekomst mensen hier ook mee naar het voetbal kunnen kijken.
En wat te denken van de social media. Veel clubs en spelers zijn er nu nog zoekende mee. Maar een club als Manchester City is er goed mee bezig. De Facebook pagina van deze club ziet er verzorgd uit. En ook heeft Manchester City besloten met YouTube een overeenkomst te sluiten. Deze houdt in dat alles wat op YouTube komt en Manchester City bevat, onder eigendom komt te staan van de club. Zo valt er veel geld te verdienen voor deze club. Er zijn echter clubs die kansen laten liggen in de social media. Ze doen er niets mee of doen het te weinig. Terwijl het bij goed gebruik toch echt een meerwaarde kan hebben.
Dit zijn enkele dingen die zomaar de media kunnen veranderen. Maar ook andere zaken zoals markten die open liggen. Bijvoorbeeld China is een land waar je nog veel bekendheid kunt krijgen. Alleen je moet er wel instappen er iets mee doen. En dat is de aarzeling die veel ploegen nog hebben.
Maar hoeveel er ook mogelijk is of kan veranderen, nooit zal het de charme van het amateur voetbal overtreffen. Of is dat toch ooit nog mogelijk? We zullen het zien.